#75 - Wie aan de hond komt...

Emile Van Doren (1865-1949) was een hondenmens. Daar bestaat geen twijfel over. In de museumcollectie bewaren we heel wat foto’s waarop we de landschapschilder met zijn hond ergens in het Genkse landschap aantreffen, zij het aan de Molenvijver, voor Hôtel des Artistes of ergens op de heide. Ook op enkele postkaarten zien we hem met zijn trouwe viervoeter. Emile Van Doren heeft doorheen zijn leven verschillende honden gehad, en het lijken meestal herdershonden geweest te zijn. Het lijkt er ook op dat Van Doren nergens ging zonder zijn hond.

Veelzeggend ook zijn de foto’s van alleen maar de hond. In een tijd dat fotografie nog geen gemeengoed was, laat dit zeker een grote genegenheid zien. Ook het feit dat Van Doren op enkele van deze foto’s de naam van de hond, Sarah, noteerde lijkt dit alleen maar te bevestigen. Van haar bewaren we verschillende foto’s bij een uitstap naar de heide en moerassen van Zonhoven in 1906. Want ook datum en plaats noteerde Van Doren op de achterzijde van de foto.

De hond ging telkens mee op schilderstocht, waardoor je je kan afvragen of de hond die soms op een schilderij te zien is de hond van de schilder is, of misschien de hond van de schaapsherder die ook op het tafereel afgebeeld staat.

Een anekdote, ooit verteld door Jos Boels en neergeschreven in de monografie ‘Emile Van Doren. Biografie van de schilder en zijn landschap’, bevestigt dat Van Doren ook zijn hond mee uit schilderen nam. Hij vertelde ooit dat toen zijn ouders in de jaren twintig op de Stalenhoeve, vlakbij één van de favoriete schildersplekken van Emile Van Doren, kwamen wonen, ze de schilder regelmatig met zijn hond zagen. Van Doren maakte dankbaar gebruik van de beschikbare ruimte in de hoeve om schilderijen die hij aan de moerassen van Stalen maakte tijdelijk op te bergen, zodat hij ze niet telkens mee naar huis moest zeulen. Wanneer de weers- en lichtomstandigheden dezelfde waren als bij de eerste schildersessie, kwam hij het onafgewerkte doek ophalen om ter plaatse verder te werken. De getuigenis gaat verder:

“Op zekere dag kwam Emile Van Doren, zoals steeds vergezeld van zijn hond, naar ons thuis om weer een onafgewerkt doek uit te kiezen, en er ergens in de omgeving aan verder te werken. Zoals altijd begon zijn hond met de onze te vechten. De schilder maande moeder aan haar hond bij te houden, waarop zij antwoordde dat het in eerste instantie aan hem was – de bezoeker – om zijn hond bij te houden. De onze lag overigens aan de ketting. De man was hierdoor kennelijk beledigd en nam al zijn schilderijen mee. Hierna is hij nooit meer teruggekomen.”

Wie aan de hond komt, komt aan zijn baasje…