Emile Van Doren startte op vijftienjarige leeftijd aan de Académie des Beaux-Arts in Brussel en voltooide er zijn opleiding in 1892. Een jaar later boekte hij al zijn eerste artistieke triomf.
Dat jaar toonde hij in Brussel op de tentoonstelling van kunstkring Voorwaarts voor het eerst Les grands marais à la nuit tombante. Ook al stelde hij 13 andere werken tentoon – waarvan vier al in privébezit waren op het moment van de tentoonstelling - dit werk trok de aandacht van de toenmalige kunstkritiek. Een maand later kwam het monumentale schilderij opnieuw in de aandacht, bij een dubbeltentoonstelling met zijn goede vriend portrettist Herman Richir. Deze tentoonstelling ging door de Cercle artistique et littéraire de Bruxelles.
Een indrukwekkende uitwerking van de maan, waarheidsgetrouw uitgevoerd, met een stevige en robuuste verflaag luidde het verdict toen.
En later dat jaar belandde het doek op het driejaarlijkse Salon in Brussel. En het was hier, waarschijnlijk gevoed door de lovende kunstkritieken, dat het schilderij aangekocht werd.
Het bijzonder grote werk (142,5 x 251 cm) kwam terecht in de collectie van het Musée d'Ixelles - Museum van Elsene dat slechts enkele jaren daarvoor opgericht was vanuit de omvangrijke schenking van kunstwerken door kunstenaar én verzamelaar Edmond De Pratere (1826-1888) aan de gemeente Elsene.
De aankoop van het landschapsschilderij staat geregistreerd in de museuminventaris op datum van 1894. Het aankoopbedrag bedroeg 3 000 Belgische frank.
Les grands marais à la nuit tombante is een sleutelwerk in zijn oeuvre. In dit werk, dat ook bekend staat als 'Marais à Genck' bracht Emile Van Doren zijn belangrijkste themas samen: een eindeloze Kempische horizon, spiegelende vijvers (waarschijnlijk in Natuurreservaat 'De Maten') waarin een maan (of anders was het wel een zon, gesluierd door een wolk of net voor het slapengaan) zich spiegelt. In een indrukwekkende hemel staat een zoektocht, in open lucht, naar de werking van licht en kleur centraal. Zijn identiteit als kunstenaar was duidelijk in deze periode al gevormd.
Het thema van een opkomende maan, spiegelend in een moeras liet Emile Van Doren nooit meer los. Op de Exposition Universelle de Bruxelles in het Parc du Cinquantenaire pakte Emile Van Doren in 1897 uit met twee werken: 'Les Roseaux' en 'Les dunes à Genck (soir dautomne)'. De tentoonstelling was een groot succes voor Van Doren. Voor 'Les Roseaux' ontving hij een zilveren medaille. Bovendien kocht de Belgische staat het werk aan. Het werk, zo beschreef de pers het, toont de rustige tragiek van de nacht boven de Kempische moerassen.
Enkele decennia later, in 1921, vond via de Triënnale van Luik, een ander landschap met maan 'Lever de lune à Staelen' zijn weg naar het gemeentemuseum van Hoei.
Ook in de collectie van het Emile Van Dorenmuseum bewaren we enkele werken die getuigen van zijn liefde voor avond- en nachtelijke taferelen bij maanlicht, doorheen de seizoenen.