2024 - VERLIEFD IN GENCK

De eindeloze Kempenhorizon in het hart van de Limburgse Kempen trok vanaf het midden van de 19e eeuw een aantal jonge kunstenaars aan, op zoek naar inspiratie. De weidse zichten over de golvende heide, de talloze spiegelende vijvers en zompige moerassen, de lemen huizen met strooien daken deden hun artistieke hart sneller slaan. Zij legden het fundament voor het station d’artistes Genck.

Generatie na generatie vonden kunstenaars de weg naar het pittoreske Kempendorp en verloren er hun hart, aan het landschap en soms ook aan een Genkenaar die ze op hun pad tegenkwamen.

Zo ontmoette de jonge academiestudent Emile Van Doren ergens rond 1890 voor het eerst Cidonie Raikem en haar dochtertje Stéphanie, beter bekend als Fanny. Op een mooie dag zou hij de kleine herberg die zij uitbaatte op een boogscheut van het station binnengelopen zijn en zijn lot was bezegeld. Hier, en bij hen, zou hij blijven. Na hun huwelijk groeide de herberg uit tot Hôtel des Artistes.

Ook in Hôtel de la Cloche, de andere trefplaats voor kunstenaars in Genk, sloeg regelmatig de vonk over. Zo kennen we het verhaal van de Luikse Valérie Pholien, die ook als academiestudent in Genk belandde. Schilderend aan de Molenvijver ontmoette ze een knappe jager, Alfred Gilkens, die de zoon van de uitbaters van het hotel bleek te zijn. Ook zij trouwden.

In de expo VERLIEFD IN GENCK doken we onder in enkele van deze verhalen over de liefde voor het landschap, en voor elkaar.

Met werk van Joseph Coosemans en leerlingen, waaronder Emmanuel Viérin en Alphonse De Clercq, Paul de Chestret, Ludovic Janssen, Armand Maclot, Valérie Pholien, Charlotte Peys, Henriëtte Rolin, Ellen Schroven, Emile Van Doren en Kristof Vrancken.

Van 11 februari t/m 9 juni 2024