De openingstentoonstelling van de nieuwe culturele en creatieve site van Genk, C-mine, bracht het verhaal van een Kempens boerendorp, gelegen te midden een prachtig landschap met eindeloze horizonten dat vanaf het midden van de negentiende eeuw tot één van de meest geliefde schildersoorden van België uitgroeide. Dit dorp was Genk. De eentonige, uitgestrekte heidevlaktes werden afgewisseld met zompige moerassen, statige mastbossen en spiegelende wijers. Te midden van dit alles lag het pittoreske dorspcentrum waarboven een kerktoren en windmolen uittoornden.
In de loop van de geschiedenis van Genk als kunstenaarsdorp zochten vier generaties landschapsschilders de Limburgse Kempen op. Niet zozeer specifieke kunstenaars maar eerder een aantal gedeelde elementen kenmerken elk van de generaties. De eerste generatie (1850-1870) ontdekt de Limburgse Kempen als schildersoord. Een kleine groep schilders legt de grondslag voor het kunstenaarsdorp dat Genk in de daaropvolgende decennia wordt. Met de tweede generatie (1870-1890) komt de schilderstraditie tot bloei en krijgt Genk zijn naam en faam, ook buiten de landsgrenzen. Hôtel de la Cloche is de trefplaats bij uitstek. De derde generatie (1890-1914) ziet het rustige Kempendorp veranderen in een toeristische trekpleister. Verschillende imposante villa's worden opgetrokken als buitenverblijf voor de gegoede burgerij. Emile Van Doren en Armand Maclot maken van Genk hun thuis. Hôtel des Artistes wordt opgericht. Met de vierde generatie (Interbellum) zet het verval van de schilderstraditie zich verder. De komst van drie mijnzetels jaagt de schilders voorgoed van de heidegronden.
De tentoonstelling bracht voor het eerst het volledige verhaal van deze geschiedenis naar voren, met bruiklenen uit binnen- en buitenland van onder andere Jules Breton, Anna Boch, Eugène Boch, David Oyens, François Roffiaen, Joseph Coosemans, Emile Van Doren, Armand Maclot en vele anderen. In samenwerking met Davidsfonds Leuven, en met de financiële steun van Erfgoedcel Mijn-Erfgoed en de Provincie Limburg werd deze boeiende geschiedenis ook te boek gesteld.
In de rand brachten twee tentoonstellingen een hedendaagse blik op het landschap (Interland met werk van Anne Lass en Marten Lange, in samenwerking met FLACC) en werden de beelden van het landschap in transformatie met de komst van de steenkoolindustrie samengebracht door Dirk Lauwaert in de tentoonstelling Mijnbeeld (in samenwerking met COALFACE/vzw Het Vervolg).
Van 28 september t/m 5 december 2010
C-mine cultuurcentrum